Een ongenode gast binnenlaten
Ik observeer nogal eens mezelf. geinteresseerd als ik ben in hoe ikzelf in elkaar zit. Doordat ik langzaam slechtziend word, komt er veel voorbij dat gaat over verwerking. Dit verliesverwerken heeft zijn eigen dynamiek. Zonder dat ik me er bewust mee bemoei.
Zo kwam ik bij mezelf een manier tegen om met het geleidelijke verlies van mijn zicht om te gaan: het voelen uitstellen. Ik moet zeggen dat ik het wel een slimme manier vind. Niet dat je daar bewust voor kiest, dat je met jezelf afspreekt: als ik het zo doe, dan kom ik er met de minste kleerscheuren doorheen. Helaas. Ons brein kan veel, een handig orgaan, maar op het gebied van emotie en pijn is het een waardeloos instrument.
Kennelijk is er iets anders in mij, en vast ook in andere mensen, dat besluit de pijn van verlies in hele kleine porties verspreid over lange tijd door te laten komen in het bewustzijn. Kleine scheutjes, af en toe in mijn buik. Gedachten die even opkomen en donker gekleurd zijn. Soms is daar ook even somberheid bij, de ene keer een kwartier, de ander keer een paar dagen. En ook wel eens een paar weken. Dit zijn dan de momenten en gewaarwordingen waar ik me van bewust ben. Die ik ook kan plaatsen. Maar veel moeilijker is het alle lichamelijke pijntjes, verkrampte spieren, hoofdpijn of moeheid te herleiden tot het langzaam doordringen van de pijnlijke werkelijkheid van het verlies. Ik kan alleen maar constateren dat ik ontzag heb voor de manier waarop ons bewustzijn ervoor zorgt dat we - uitzonderingen daargelaten - kunnen verwerken. Voor mij werkt het goed als ik stukje bij beetje voel. Erop kauwen, herkauwen, tot het te verteren is. Wanneer dat is gebeurd weet ik niet. Je kunt niet bepalen of iets verwerkt is, of je er klaar mee bent. Het is een proces dat buiten je wil omgaat. Je kunt er wel op reflecteren, maar je kunt er geen werkelijke invloed op uitoefenen. Dat is mijn eigen ervaring. Het lijkt een autonoom proces dat je alleen maar kunt waarnemen in jezelf. Het enige dat je kunt doen is het toelaten. En dat op zichzelf is al een hele klus. De deur openzetten voor een ongenode en ongewenste gast, ga er maar aanstaan.
Onderstaand een gedicht van Rumi (13e eeuws Turks mysticus en dichter) over het toelaten van ongewenste gasten:
Het Gastenhuis
Dit menszijn is een soort herberg: Elke dag weer nieuw bezoek.
Een vreugde, een depressie, een benauwdheid;
Een flits van inzicht komt als een onverwachte gast.
Verwelkom ze, ontvang ze allemaal gastvrij!
Zelfs als er een menigte verdrietigheden binnenkomt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.
Behandel dan elke gast toch met eerbied.
Misschien komt hij de hele boel ontruimen
Om plaats te maken voor een nieuwe mogelijkheid.......
Wees blij met iedereen die langskomt.
Zij zijn je stuk voor stuk gestuurd van gene zijde
Om jou als raadgevers te dienen. |