Welkom bij Karin Westerink, Coaching en Training

Karin Westerink Coaching en Training

Blind communiceren moet je leren

Door een geul of over een geul? Als je het ziet maak je zelf de keus wat de juiste interpretatie is van wat er net is gezegd door je wandelpartner die voorop loopt. Maar als je het niet ziet, komt het erop aan. Moet ik een grote stap maken? Dat is als ik over een geul heen moet. Of moet ik een stap naar beneden en dan weer omhoog maken? Dat is door een geul.
Wat een pietlut zou je kunnen denken. Maar voor mijn wandelpartner is het peentjes zweten. Niet zomaar even zeggen hoe te lopen, maar ook nog goed nadenken over hoe dit te formuleren. Een blinde begeleiden betekent dat taal een belangrijk hulpmiddel is. En als je gewend bent als partners dat je beiden gewoon ziend bent, dan ontwikkel je een bepaalde manier van onderling communiceren. Dat verandert drastisch als een van beiden blind wordt. Dan is het niet meer genoeg om op het terras te zeggen: ga daar maar zitten dan haal ik wel even koffie. Waar is daar? Daar op die bank. Welke bank? Daar naast je. Links of rechts naast me,? ga zo maar door…
Gaandeweg leren we wat ik nodig heb aan info en hoe hij die info kan formuleren zodat ik er wat mee kan. Maar het is een lange weg van omvormen, vergeten of terugvallen in automatismen zoals het noemen van kleuren. Die blauwe trui, de rode rugzak. En soms werkt het nog wel, want die rode rugzak heb ik nog gezien en ik weet welke dat is qua vorm. Maar die blauwe trui daarentegen, die ken ik alleen als trui die op een bepaalde manier aanvoelt. Wat we samen nog gezien hebben, dat is nog een gezamenlijke taal. Maar wat ik niet meer als beeld heb kunnen opslaan, moet op een andere manier benoemd worden. Gekoppeld aan een situatie, plek, ervaring of gevoel. En bij het wandelen is het bv handig te weten dat het een smal pad is met rechts een diepe greppel en links prikkeldraad. Dat een klim omhoog 10 meter is of 100 meter (voor de verdeling van energie). Het is een ontdekkingsreis zo, voor ons allebei. Met zeker ook frustraties. Hij vergeet een stoepje te noemen, is bezig met de kaart. Ik zeur te lang over een niet genoemde kuil. Beiden zijn we sneller moe, omdat het lopen meer dan lopen is. Het is ook ingespannen letten op elkaar en op de weg. Allebei moeten we ons concentreren.
En als het soepel loopt, kunnen we wel heel erg genieten dat het zo goed gaat. Dat we meer en meer op elkaar ingespeeld raken. Een team vormen, zoals het dan populair gezegd wordt. Afgestemd zijn op elkaar en vallend en opstaand een nieuwe manier ontwikkelen om samen te wandelen. Maar ook samen te wonen, te functioneren als levenspartners. Waarbij de taken onderling verdeeld zijn. Veel daarin is veranderd, verschoven. en dat is ook nog gaande. Beiden leren we wat we van elkaar nodig hebben, wat eerst vanzelfsprekend en opgebouwde ervaring was van vele jaren samenwonen, moet opnieuw ontdekt en gevormd worden. Ook je relatie krijgt het te verduren als een van beiden een visuele beperking krijgt. Naast je eigen nieuwe handleiding moet er dus ook een nieuwe gebruiksaanwijzing voor elkaar, voor samen leven worden opgebouwd. De oude gewoonte iets op de trap te leggen als het naar boven moet blijft. Alleen zie ik het niet liggen, dus neem ik het niet meer mee naar boven. Troep laten staan op tafel, we doen het allemaal wel eens. Uiteindelijk ruimt een van ons het wel op. Maar ja, uit het oog... als ik het zelf niet opruim, weet ik ook niet of het er nog staat. En waar ligt de kaasschaaf als deze niet in de la ligt?
Gelukkig kunnen we na al die jaren samen wel tegen een stootje. En zijn we blij met elkaar, want met z'n tweeën kun je veel meer verdragen en verduren dan in je eentje.

 

< Terug naar mijn blogoverzicht