Welkom bij Karin Westerink, Coaching en Training

Karin Westerink Coaching en Training

 

Als je je verzet tegen elke wrijving, hoe kun je dan uiteindelijk gaan glanzen?
- Rumi

Stemmetje

Ik mag niet klagen. Van mezelf. Ik heb een prima leven. Een fijn huis, fijne partner en kinderen met wie het goed gaat. Interesses en bezigheden die me doel en zingeving bieden. Werk dat ik op mijn eigen tempo en naar eigen inzicht kan doen, en dat betekenis geeft aan mijn leven. Dus, ik mag niet klagen. Dat doe ik ook niet. Ik zet een vrolijk gezicht op als mensen vragen of ik nog vakantieplannen heb. Vertel dat ik misschien een aantal dagen ga wandelen ergens, met partner en hond. Lekker eten, terras en zon een vereiste daarbij. Geïnteresseerd vraag ik of de ander ook nog plannen heeft? Want zo hoort dat. Maar innerlijk voelt het somber, klagerig. Kom op, zegt een stemmetje in me, je mag niet klagen.

 

In onze samenleving heeft klagen een negatief imago. Mensen die klagen zijn ontevreden en vervelend, we mijden ze liever. De uitdrukking: 'je mag niet klagen' is een dwingende overtuiging die collectief klagers wegzet. En daarmee onderdrukt wat eigenlijk een gezonde uiting van behoeften en verdriet is. Die samenleving zit ook in mij. En komt tevoorschijn in een stemmetje in mijn hoofd.

Dat stemmetje. Het is er weer. Ik ken het al heel lang. En weet ook al heel lang dat dit stemmetje geen gelijk heeft. Alleen maar een automatisme is. Een poortwachter voor de poort van verdriet. Dat ik maar niet gewoon door kan gaan naar het gebied erachter. Het gebied waar ik mag klagen en treuren. Die vraag naar de vakantie, een heel normale vraag, brengt dit stemmetje in stelling. Hoezo?

De vraag naar vakantieplannen doet nog steeds pijn. Confronteert me met het verlies. Ik kan niet zoals anderen, zoals vroeger. Ben beperkt in mogelijkheden, in keuzes.


Op dit vlak voel ik nog steeds dat ik hier nog niet klaar mee ben. Nog geen vrede gesloten heb met dit onderdeel van de gevolgen van mijn visuele beperking. En zit ik mezelf ook nog op de kop over de sombere gedachten die voorbij komen. Hoezeer ik die mogelijkheden en keuzes mis. Maar dat ik niet zo mag treuren erover, want ik heb het toch goed. Ik duw de gevoelens van verdriet, van verlies van wat was en ooit had kunnen zijn weer systematisch weg.
Het is hetzelfde kringetje om de hete brij heen. En nu zie ik het weer. en mag ik opnieuw stoppen met het kringetje en op de plaats rust. Troost erbij zoeken en samen treuren. Met wie? Met mezelf, mijn stemmetje en met de visuele beperking en met al wat was en niet meer is.

 

Wat me steeds weer verrast, is dat er zoveel kleine stukjes zijn waarover ik van tijd tot tijd moet rouwen. Steeds weer opnieuw veronderstel ik ergens mee klaar te zijn. En doemt dat stemmetje op als boodschapper dat iets nog niet klaar is. Misschien is dat ook een overtuiging die verbonden is aan collectieve ideeën in de samenleving. Men vindt, en ik dus ook, dat je op een gegeven moment klaar bent met rouwen. Rouwen mag meer een gegeven in ons en mijn leven worden. Iets dat van tijd tot tijd om aandacht vraagt. Helaas is het nog te veel een ongewenst gevoel. Een emotia non grata.

 

PS
Nadat ik dit blog had geschreven en even liet rusten, rijpen, zoals ik dat altijd doe, kreeg ik een Whatsapp-bericht van een vriendin. Ze vroeg of wij nog vakantieplannen hadden. :) En ik schreef dat we wel plannen hadden maar dat alles vol zat. En dat het misschien later wel zou lukken. Maar dat het niet erg is, omdat we het in huis en tuin prima hebben. En voor het eerst voelde ik dat ik hiermee oprecht meende wat ik schreef. Dat er geen 'gedoe' van binnen was over de vakantieplannen en dat wij niet en zij wel. Er was rust. Het is goed zo. Onbewust is er ergens in mij een poort open gegaan. De poortwachter is verdwenen.

 

© Karin Westerink

 

< Terug naar mijn blogoverzicht