Geen tweede keus meer
Ik heb de afgelopen jaren regelmatig achterom gekeken. Naar wat ik allemaal verloren ben. Natuurlijk niet alleen maar, ik ging ook vooruit, maakte stappen. Maar veel momenten waren er dat het verlies van gezichtsvermogen centraal stond. Dat ik vergeleek met hoe het was en hoe het nu is. Vergeleek met wat anderen in mijn omgeving kunnen en ik niet meer. De pijn die dat vergelijken en achterom kijken aanraakt blijft even lastig en even groot.
Zo'n moment is er soms ineens. Er stapt een vrouw vlakbij waar ik loop in haar auto. Ze roept nog even dag naar iemand verderop. Dan overvalt me een groot gevoel van verdriet. Ik mis dat zo, de vrijheid om in je auto te stappen en te gaan waarheen je ook wilt. Ooit had ik een eigen auto en kon ik overal zelfstandig naartoe. Die vrouw was ik en zou ik 'moeten' zijn. Maar ogen die zich langzaam terugtrokken maakten dat het anders liep. Wat overblijft is af en toe dat gevoel van gemis.
Maar ik zie ook welke doorwerking het heeft voor mij. Het achterom kijken en vergelijken, samen met het toelaten van het verdriet en gemis maakt mij stapje voor stapje weerbaarder. Steeds beter kan ik het hebben. Dragen. Verdragen. Ik loop de vrouw voorbij en neem het gemis even onder mijn arm met me mee. Als ik thuis ben is het verdwenen.
Met dit inzicht hoe ik achterom kijk en vergelijk, en tegelijk toesta de rouw te voelen, lijkt er meer en meer ook een andere ruimte voor me te openen. Ik zie dat er een wereld voor me ligt die verkend wil worden en ook steeds vertrouwder wordt. Het gaat over mijn eigen persoonlijke invulling van mijn leven. Niet meer als vergelijking, als afgietsel van hoe het was of hoe anderen het doen. Voor me ligt een bewust kiezen voor leven op mijn eigen wijze. Niet vanuit de pijn dat iets niet meer kan, maar vanuit de keuze dat ik het zo kan en prettig vind.
Een voorbeeld: Televisie kijken is eigenlijk niet meer mijn vorm van ontspanning en informatie tot me nemen. Veel van de info is voor mij maar half, omdat wat verteld wordt ondersteund wordt met beelden. Eigenlijk is radio (vaak als podcast) meer mijn vorm. Dat ga ik dus nu met meer overtuiging kiezen. Mezelf toestaan. Niet vanuit pijn en - als een soort tweede keus. Nee vanuit bewuste keus dat ik hier - in deze fase van mijn leven - meer van houd. Het nu meer bij me past. Daarmee hoef ik ook niet meer te passen in hoe anderen het doen en hoe het vroeger was.
Boeken luisteren in plaats van lezen is al langer eerste keus. Meer en meer geniet ik van een goed voorgelezen roman. In het begin was er nog weerstand tegen de indringende stem in mijn hoofd. Ik ervoer het bijna als ongewenste intimiteit. Een stem kan de intonatie en interpretatie van een tekst zo bepalen, dat ik soms afhaak vanwege een bepaalde stem. Weg was mijn eigen stem in mijn hoofd die met het lezen van een zin mijn eigen wereld vulde. Maar nu kan ik me overgeven aan de voorlezer. Het is een extra dimensie geworden, het horen van een stem. De voorlezers worden soms bijna vrienden.
Langzaam dus ben ik mijn leven als blinde vrouw aan het veroveren. Ik leer mezelf in deze werkelijkheid steeds beter kennen. En die werkelijkheid vult zich dus meer en meer met mijn eigen keuzes. Mijn eigen inspiratie en zingeving. Ik kan hier mijn tent opzetten en mijn meegebrachte spulletjes uitstallen. Hier kan ik prima het naar mijn zin hebben. Ik settel me en zorg dat het hier past bij mij. Natuurlijk komt er af en toe nog een gemis of verdriet langs. Die bied ik dan een kampeerstoeltje aan. Dan zitten we even samen, tot het gevoel weer vertrekt en ik verder ga met mijn leven op deze plek.
© Karin Westerink |