Welkom bij Karin Westerink, Coaching en Training

Karin Westerink Coaching en Training

Als Tantalus

Het gewenste is nabij maar blijft onbereikbaar. Het is overal om me heen maar ik kan er niet bij. Ik ben eraan gewend. Heb er meestal vrede mee. Maar soms sluipt er verdriet naar boven. Eerst op kousenvoeten. Maar als ik het wegduw, weglach, het negeer of onderdruk, dan gaat het zeuren. Weglachen gaat dan niet meer.

 

Wat moet ik toch weer met die zeurende gedachten? Gedachten over gemis, over erbuiten staan en niet mee kunnen genieten. Ik weet het toch? Waarom komen ze dan weer voorbij? Waarom voel ik steekjes van verdriet, terwijl er niets aan de hand lijkt? Er is niets gebeurd, niets veranderd. Of toch?

 

Er komt een stoet aan oude bekenden in mijn hoofd voorbij. Kom op, stel je niet aan. Hoezo, dit is toch bekend en doorgewerkt? Je blijft ergens in hangen hoor, je weet het toch wel, laat het maar gaan, niet te veel aandacht aan geven. Maar het gevoel en de bijbehorende gedachten worden sterker.

 

Ik moet er toch aan. Dit aankijken. Waar gaat het over? (Weer dat stemmetje: het gaat nergens over, stel je niet aan). Goed, toch maar dan. Terug naar wat ik denk dat het begin is. Eerst heb ik een weekje vertoefd op Terschelling. Heerlijk, maar ook veel dingen om te zien en niet kunnen zien. En daarna koopt mijn partner een nieuwe televisie. Een grotere smart-tv. Met scherper beeld en mooiere kleuren en voorbereid op 4K. Nog scherper. Ik heb grapjes gemaakt dat ik dan misschien ook kan gaan tv-kijken, met zoveel scherper beeld. Ik vind het prima en fijn voor hem, en houd me verder op de vlakte, want ik heb er met mijn blinde ogen toch niets aan. En ik zeg ook tegen mezelf dat ik het niet erg vind. Ik weet het toch?

 

Maar gaandeweg begint er een mopperen in mij. Ik zou willen dat ik er iets van kon zien. Mee kon genieten. Maar ook de bloeiende bloemen in onze tuin dringen zich aan me op. Misschien omdat mijn partner er zelf ook zo enthousiast over is. En over de familie-apps worden veel foto’s van natuur en vogels gedeeld. Er wordt genoten van de late lente en de natuur die volop groeit en bloeit. De meerkoetjes inde sloot achter onze achtertuin met jonkies, de eendjes met kroost, de zwanen met hun jongeren, het is prachtig en geweldig en het mooiste gaat aan me voorbij. De visuele wereld is een andere dimensie waarin ik leef maar waar ik niet bij kan. Als Tantalus voel ik me af en toe. Het eten zien maar er net niet bij kunnen. Voor mij is het de schoonheid horen, maar het net niet kunnen zien. Ik visualiseer me een ongeluk. Om maar mee te kunnen genieten. Maar in de onderstroom groeit het. De pijn die ik eigenlijk niet wil voelen, wegduw met stel je niet aan. Maar hij groeit en groeit om uiteindelijk gevoeld te willen worden.

 

Hoe doe ik dat ook alweer, dat aanzien en toelaten? Benoemen door erover te schrijven. Voor mij werkt dat goed. Anderen praten er liever over. Dat gaat mij minder makkelijk af.

 

Wat mis ik het, dat vanzelfsprekende zien dat zo dominant is in onze wereld. Steeds meer ook zijn beelden belangrijk. We bellen niet meer gewoon, maar videobellen of zoomen. We communiceren via Facebook en Instagram en Youtube met beelden. Radio is te bekijken, een bank kun je voordat je deze wilt kopen projecteren in je woonkamer om te zien hoe het staat. Een museum aan de andere kant van de wereld kun je bezoeken via internet, zelfs een rondleiding met een gids is online mogelijk. Een locatie kun je via Google Maps bekijken voordat je erheen gaat. En al die filmpjes op internet van vossenholen of beverburchten, vogelnesten of van de geboorte van een zeehondje. De wereld is zo bereikbaar geworden via beelden. en ik zou het allemaal willen kunnen zien. Natuurfilms, netflix-series, meekijken met iemand aan de andere kant van het land. Of die oude schoolvriendin, die ik na ruim veertig jaar weer heb teruggevonden, ik kan haar niet in de ogen kijken, niet zien of en hoe ze is veranderd. Ik kan haar dochters niet bewonderen, haar kunstwerken en ontworpen kleding voor sterren niet bekijken. Als Tantalus blijft die wereld onbereikbaar en zo dichtbij. Om me heen en niet te pakken.

 

Met deze opsomming, die bij lange na niet volledig is, ga ik maar een tijdje rondlopen. Erkennen dat het verdrietig is. Dat ik het zo mis en dat ik me daar boos, buitengesloten, onvervuld over mag voelen. Ik loop ermee rond, wieg het in mijn armen, tot de pijn zakt en ik mijn innerlijke beelden, mijn eigen dimensie weer ernaast voel staan. Een wereld in de wereld die er ook mag zijn. Anders, maar even waardevol. Ik doe weer mee op mijn manier. Mijn eigen leven zonder visuele prikkels is zinvol, betekenisvol en goed zoals het is.

 

© Karin Westerink

 

< Terug naar mijn blogoverzicht