Stresss
Ik ga met de gehandicaptentaxi naar een vriendin. Hond mee, hondenvoer en water mee, het is een lange reis en ik blijf er eten, dus de hond moet ook haar brokken hebben. En moet ik een vest mee? Past dat nog in mijn tas? Alleen al het feit dat ik niet zelf in een auto kan stappen en dat het dan niet zoveel uitmaakt wat ik allemaal meesjouw, dat ik dan niet met een veel langere reistijd rekening hoef te houden en dat ik dan ook zelf kan bepalen hoe laat ik weer vertrek, dat allemaal maakt dat ik stress ervaar. En dat ik me daar ook tegen verzet. Ik wil niet dat mijn leven zo is. Ik verzet me tegen gehandicapt zijn. En alle consequenties die dat met zich meebrengt.
Ook heb ik stress in het me moeten verhouden tot goede bedoelingen die steeds een inbreuk zijn op mijn autonomie, steeds moeten aangeven wat ik wel en niet nodig heb; het is stress. En de reis is dan wel van deur tot deur, maar ik kan niet in alle rust de reis maken, want de taxichauffeur wil praten. En ik blijf beleefd en praat terug. Hoe aardig ook, en soms een bijzonder gesprek, het kost me energie, die ik niet meer in ruime mate heb en ook zorgvuldiger moet gebruiken.
Ik bezoek eerst de zangvoorstelling waar mijn vriendin optreedt. Ik ontmoet er alleen maar onbekende mensen. Beleefdheidspraatjes, ongemak omdat ik de ruimtes niet ken en me moet verhouden tot hulp, tot er niet gewoon kunnen zijn en kunnen genieten van wat er is. Mezelf daarover ook nog op de kop zitten. Kom op, relax, je kunt het. Maar ik kan het maar matig. Al die prikkels en het voortdurende bewustzijn van mijn gehandicapt zijn maken het vol stress en moeite. Toch kan ik tussendoor gelukkig ook een beetje genieten van er zijn en van de voorstelling. Van deel kunnen uitmaken van een stukje van het leven van mijn oude schoolvriendin. Die ik pas recent weer heb teruggevonden.
De week na dit uitstapje is mijn lijf in rep en roer. Ik ben doodop, heb last van mijn darmen en van heel veel post-menopauze-klachten. Ook hier is verzet. Verdorie, heeft het zoveel impact? Kan er nou niets meer normaal gaan bij mij? Ik ben bozig, verongelijkt. Ook al ken ik alle formules als verzet tegen emotionele pijn betekent lijden, zelfveroordeling is een misdaad tegen jezelf, het helpt niet. De stress en het verzet zakken pas na veel rust en ruimte en een uiteindelijk begrijpen.
Al ga ik de weg nog zo vaak, ik kom die valkuil steeds weer tegen. En ik donder er gewoon nog in. Ik word me er wel steeds bewuster van dat die kuil er is. Maar soms blijkt het ook gewoon nodig om erin te tuimelen. Omdat op die bodem nog resten van unfinished business liggen. Stukken onverwerkt verdriet om het gehandicapt zijn. Om alle onmogelijkheden en verloren gegane zaken die daarvan het gevolg zijn. Om alle frustraties en moeite en alle veranderingen in energiehuishouding. Hoewel ik dat vaak genoeg doorwerk, blijkt het gewoon niet iets dat 'af' is. Heb je het nog niet verwerkt? Het? Het' lijkt te gaan over gehandicapt zijn geworden, maar onder dat ene woord liggen heel veel zaken die stuk voor stuk aangekeken, erkend en herkend en begrepen moeten worden. Gevoeld eveneens, met alle gradaties die ervoor nodig zijn. Ja boos zijn mag en moet zelfs soms ook. Hoe belangrijker dat deel van mijn oude leven was, zoals bijvoorbeeld zelf auto kunnen rijden, des te moeilijker en heviger ik slinger tussen emoties en herstel van balans. En ik weet nooit of ik dat stukje heb verwerkt, tot ik merk dat ik het gevecht niet meer zo aanga. En dan nog kan ik niet weten of het ooit weer een keer op zal spelen. De pijn van het verlies blijft namelijk in de diepte meebewegen.
Het was weer leerzaam, dat wel. Altijd is het een ervaring die me weer iets leert. De valkuil in betekent dus dat ik weer wat mag verwerken. Wat me vertelt dat er beweging is, dat er iets schoongewassen kan worden als ik het aankijk en kan toelaten, kan zeggen: ja, het doet pijn en ik heb er verdriet van. Ja, ik moet daar ruimte voor maken. Dit hoort bij mijn leven. Ik zit op de schommelbank en schommel tot de rust is teruggekeerd.
© Karin Westerink |