Ze vroeg me hoe ik mijn visuele beperking had geaccepteerd. Of ik haar wat tips kon geven. Tja, hoe accepteer je dat je blind bent geworden? En heb ik mijn blind zijn wel geaccepteerd?
Ik heb slechts beperkte tips. Want er is geen eenvoudige formule voor het leren leven met een visuele beperking. Toch weet ik wel wat richtlijnen voor de weg naar een vorm van vrede sluiten met dit lot.
Wat wij mensen doen is onszelf vergelijken. Met hoe anderen het hebben. Met hoe het vroeger was. Met hoe het had kunnen of moeten zijn als die rottige handicap er niet was geweest. De vergelijking veroorzaakt pijn. En ons brein vlucht voor pijn. Niks mis mee zul je zeggen. Alleen helpt het niet. De pijn verdwijnt er niet door. Wel helpt het stoppen met vergelijken. Het is zonde te lijden onder lijden dat je zelf veroorzaakt. Want dat is vergelijken. Zelf veroorzaakt lijden.
En nu dan dat woord accepteren. Ik heb dat altijd een lastig begrip gevonden. Het klinkt als een doel, een eindpunt waar ik naartoe moet werken. Zodat ik na het bereiken verder kan met mijn leven. Maar zo werkt het niet. En al helemaal niet als je gehandicapt bent geraakt. Omdat die handicap er altijd is. Je kunt het niet als een gebeurtenis in de tijd achter je laten. De handicap is een overheersende factor in je leven geworden. Daar word je iedere dag mee geconfronteerd.
Gehandicapt of chronisch ziek worden is levend verlies. Dat betekent dat het geen kwestie is van accepteren en dan doorgaan met je leven. Omdat je je hele leven lang confrontaties zult hebben met situaties die pijn doen. Omdat ze je confronteren met je verlies van zicht. Iedere dag weer heb je te maken met de gevolgen daarvan. Niet kunnen autorijden of even een boodschap doen. Vaak afhankelijk zijn van hulp van anderen. Wat vanzelfsprekend was is dat niet of niet meer. Nou, accepteer dat maar eens. Lastig. Want het kan zo af en toe flink frustrerend en confronterend zijn. En pijn doen.
De pijn van al die verliezen die voortkomen uit visueel beperkt raken verdwijnt niet. Wel kan die pijn van vijand veranderen in bondgenoot. Gaandeweg leerde ik dat het me niet hielp als ik de pijn bestreed of negeerde. Zolang ik dat deed bleef het oorlog in mij. Ik ging dus op zoek naar manieren om vrede te sluiten. En dat begint met erkennen dat die pijn er is. Waarna erover en ermee praten, luisteren naar de antwoorden en snappen wat de pijn te vertellen heeft volgende stappen zijn. Iedere keer dat pijn over mijn blind zijn en alle consequenties aan mijn deur klopt. Ik doe open en ga in gesprek. Zo verwerk ik en wordt de vijand een bondgenoot.
Ik ging begrijpen dat de pijn erbij hoort en dat het een metgezel voor het leven is. Je hoeft dus je visuele beperking niet te accepteren. Je hoeft alleen maar te weten dat de pijn van het verlies af en toe opborrelt. Of soms je keihard overvalt. Weten dat dit zo is en leren herkennen wanneer de pijn weer aan je deur klopt helpt. Laat de pijn toe. Het wil gehoord en gezien worden. Kom maar op misbaksel. Ik hoef niet van je te houden. Maar wel snappen dat je af en toe me door elkaar schudt. Zodat ik wakker blijf of weer word. Dan realiseer ik me dat leven met een visuele beperking in een visuele wereld soms heel lastig is en pijn kan doen. Maar dat ik binnen die beperking een goed leven kan hebben.
Aanvaarden dat dit zo is, dat je te maken hebt met levend verlies, daar gaat het eigenlijk om. Is dat hetzelfde als accepteren? Ach, woorden schieten vaak tekort. Voor mij klopt het woord aanvaarden beter. Het voelt zachter en tegelijk actiever. Ik ga het aan, zie het aan en ga ermee verder. Ik neem het op en neem het mee.