Leren leven met een op latere leeftijd gekregen visuele beperking is heus prima te doen. Als je eenmaal een bepaalde balans hebt gevonden. Voor je omgeving is echter onzichtbaar wat het je kost en wat het met je doet. Hoe het is om altijd maar met die handicap te moeten leven. Overal en altijd is die erbij. Als een ziekte die nooit meer overgaat.
'Mijn slechtziendheid zit voortdurend op mijn nek', zo vertelde een vrouw me onlangs. Een last die ze altijd bij zich draagt, maar die niemand ziet. 'Het betekent vooral dat ik bij heel veel dingen niet meer voluit kan gaan', zo lichtte ze toe. Ogenschijnlijk had ze een vervanging gevonden voor niet meer kunnen tennissen. Ze is gaan hardlopen. Maar hardlopen is lang niet zo leuk als tennissen. En het is een gedwongen keuze. Die altijd blijft knagen. En zo zijn er nog veel meer keuzes die haar dwingen in een soort harnas van beperkingen.
Het is zo herkenbaar. Het gevoel in een harnas te moeten leven. Nooit meer spontaan en voluit iets kunnen doen. En hoewel ook ik me niet laat weerhouden me in te zetten om een betekenisvol leven te creëren, kan de last van die visuele handicap die overal bij is en mede bepaalt of en hoe ik doe wat ik wil doen, soms even te veel en te ondragelijk zijn. Een juk dat niet af te gooien is.
Wanneer die last me weer even te veel wordt, weet ik dat het tijd is voor zelfreflectie. Iedere situatie dat ik hem voel prikken in mijn nek, hij pijn doet in mijn hart, zijn momenten dat ik hem moet bevragen. Wat heb je me te vertellen? Waarom doet het nu zo'n pijn? Waarom voelt het juist nu zo zwaar? En dan is het de kunst te luisteren. De antwoorden komen misschien niet meteen. Maar ze komen. In de vorm van inspiratie, energie, zin, ontspanning, ontmoetingen en licht in soorten en maten. De last is niet weg, maar kan ik dan weer dragen. Zonder eronder gebukt te gaan. Dit terugkerende innerlijke gevecht dat uitmondt in een innerlijk gesprek met de beperking is er een van tot de dood ons scheidt.